Routine Activiteiten Theorie (RAT) is een sociologische theorie die verklaart waarom bepaalde misdaden of overtredingen plaatsvinden door te kijken naar het snijpunt van drie elementen in een bepaalde tijd en ruimte:
- Een gemotiveerde dader
- Een geschikt doelwit
- Het ontbreken van een bekwame voogd
Een overtreder is een persoon of groep mensen die gemotiveerd zijn om een misdrijf te plegen. Motivaties kan variëren, zoals economisch gewin (bijvoorbeeld diefstal) of sociale erkenning (bijvoorbeeld vandalisme). Ondertussen geschikte doelen zijn mensen, objecten of plaatsen die vanwege hun fysieke of sociale kenmerken kwetsbaar zijn voor criminaliteit (bijvoorbeeld een afgelegen huis, een onbewaakte parkeerplaats of een oudere persoon die 's nachts alleen loopt). Tenslotte bekwame voogden zijn mensen die mensen of eigendommen kunnen en willen beschermen (bijvoorbeeld bewakers, politieagenten of zelfs buren die waakzaam zijn voor hun omgeving).
Om een misdrijf te kunnen plegen, moeten alle drie deze elementen aanwezig zijn. Als er één element ontbreekt, is de kans kleiner dat het misdrijf plaatsvindt. Als er bijvoorbeeld geen geschikte doelwitten in een gebied zijn, is het nog steeds onwaarschijnlijk dat er een misdrijf zal plaatsvinden, ook al zijn er gemotiveerde daders en een gebrek aan capabele bewakers.
RAT richt zich op de alledaagse patronen en routines van daders en de mogelijkheden voor criminaliteit die uit deze routines voortkomen. Het betoogt dat misdaad een product is van normale sociale interacties en gedragingen, en dat de kans groter is dat misdaad zich voordoet als er sprake is van een samenloop van gemotiveerde daders, geschikte doelwitten en een gebrek aan capabele bewakers.
Relatie met de rationele keuzetheorie
De routineactiviteitentheorie is vergelijkbaar met de rationele keuzetheorie in die zin dat beide theorieën ervan uitgaan dat daders rationele keuzes maken over het al dan niet plegen van een misdrijf. Er zijn echter ook enkele belangrijke verschillen tussen de twee theorieën.
- Reikwijdte en focus :De rationele keuzetheorie richt zich op individuele besluitvorming, terwijl RAT zich richt op de sociale context waarin misdaden of overtredingen plaatsvinden.
- Gedragsaannames :De rationele keuzetheorie gaat ervan uit dat individuen worden gedreven door eigenbelang en dat zij de kosten en baten van het plegen van misdaden berekenen. Omgekeerd is RAT niet beperkt tot dit economische besluitvormingsmodel. Het omvat ook sociale en culturele factoren zoals de invloed van leeftijdsgenoten, sociale normen en levensstijlkeuzes die van invloed kunnen zijn op beslissingen om specifieke soorten misdaden te plegen.
Deze perspectieven vullen elkaar aan wanneer ze worden gebruikt om crimineel gedrag te begrijpen. De rationele keuzetheorie benadrukt individuele besluitvorming, terwijl de routineactiviteitentheorie zich richt op de grotere context waarbinnen die beslissingen worden genomen. Samen bieden ze een nuttig raamwerk voor onderzoekers om misdaadpatronen te analyseren en strategieën te ontwikkelen om de criminaliteit terug te dringen.