De overgrote meerderheid van het wetenschappelijk onderzoek naar paranormale verschijnselen heeft negatieve of onduidelijke resultaten opgeleverd, waardoor veel sceptici en wetenschappers tot de conclusie zijn gekomen dat het bewijs voor paranormale vermogens ontbreekt. Kritiek op paranormale studies wijst vaak op methodologische tekortkomingen, ontoereikende controles en onvoldoende replicatie van resultaten.
Niettemin blijven sommige individuen en groepen het bestaan van paranormale krachten beweren, en bepaalde parapsychologen pleiten voor de noodzaak van uitgebreider en ruimdenkender onderzoek.
Het is belangrijk op te merken dat de afwezigheid van sluitend bewijs tegen het bestaan van psychische verschijnselen niet automatisch hun bestaan bevestigt. Totdat er een substantiële hoeveelheid onafhankelijk geverifieerd, reproduceerbaar en wetenschappelijk rigoureus onderzoek naar voren komt, blijft het idee van paranormale vermogens onbewezen en niet ondersteund door de huidige wetenschappelijke consensus.
Op het gebied van de psychologie zijn er gevestigde verschijnselen zoals selectieve aandacht, voorkeur voor bevestiging en de effecten van suggestie, die er soms toe kunnen leiden dat individuen gebeurtenissen waarnemen en interpreteren op manieren die geïnterpreteerd kunnen worden als psychische ervaringen. Deze psychologische mechanismen bieden echter alledaagse verklaringen voor vermeende paranormale ervaringen in plaats van feitelijke paranormale vermogens te suggereren.
Hoewel het idee van paranormale vermogens aantrekkelijk of tot nadenken stemmend kan zijn, is de huidige consensus onder de wetenschappelijke gemeenschap dat het bewijsmateriaal ter ondersteuning van het bestaan van paranormale verschijnselen nog steeds niet doorslaggevend is en niet voldoet aan de strenge normen van wetenschappelijke validatie.