Carl Jung geloofde dat dromen voortkomen uit de onbewuste geest, die hij beschouwde als een reservoir van gedachten, gevoelens en ervaringen die niet bewust toegankelijk zijn. Hij geloofde dat dromen een manier zijn voor de onbewuste geest om met de bewuste geest te communiceren, en dat ze inzicht kunnen geven in onze innerlijke gedachten en motivaties.