* Het brengt pech als je de broodplank leeg laat.
* Als iemand anders het laatste stuk brood of het laatste stukje aan het uiteinde van het brood afpakt, kan er ruzie ontstaan.
* Als je een stuk brood laat vallen, kun je het het beste oppakken, kussen en weer op tafel leggen om de duivel te sussen en een overvloedige voorraad in de toekomst te garanderen.
*Als een stuk brood met de beboterde kant naar beneden landt, betekent dit ook dat er bezoek komt.
* Eet geen brood dat op de grond gevallen is, want daar verblijven slechte geesten.
* Als je brood snijdt en niet het hele brood opeet, wordt het als pech beschouwd als je het onafgemaakte brood de volgende dag serveert.
* Als je een brood bakt, wordt het als geluk beschouwd als je het eerste sneetje aan de armen geeft.
*Het ondersteboven leggen van brood zou de afgunst van de armen kunnen opwekken, waardoor ongelukken zouden ontstaan.
*Het verticaal of in drie stukken snijden van het brood houdt ook verband met pech of zelfs armoede.
* Om de rust in het huishouden te garanderen, moet altijd één persoon het brood snijden.
* Het brengt ongeluk als je je sleutels op de broodtrommel legt, omdat dit kwade geesten zal aantrekken.
* Brood in de kast leggen in plaats van in de broodtrommel zal de dood van een dierbare met zich meebrengen.
* Het weggooien van broodkorstjes levert financiële problemen op.