Om een samenzwering tot moord te bewijzen, moeten aanklagers aantonen:
1. Overeenkomst: Er moet overeenstemming zijn tussen de samenzweerders om de moord uit te voeren. Het kan worden geïmpliceerd door woorden, daden of gedrag dat het gezamenlijke doel aangeeft.
2. Specifieke bedoeling: Elke samenzweerder moet de intentie hebben om een moord te plegen als onderdeel van de samenzwering. Dit betekent dat alle betrokkenen tot doel hebben de dood van het slachtoffer te veroorzaken of ernstig lichamelijk letsel met mogelijk de dood tot gevolg te hebben.
3. Openlijke daad: Ten minste één samenzweerder moet een stap verder gaan dan de overeenkomst en een daad verrichten ter bevordering van de samenzwering. Hierbij valt te denken aan handelingen als het verkrijgen van een wapen of het verzamelen van informatie over het beoogde slachtoffer.
4. Overlijden: Hoewel moord niet vereist is voor een veroordeling wegens samenzwering, is het wel een bepalend element. Indien succesvol kan de samenzwering leiden tot de dood van het beoogde slachtoffer.
Samenzwering tot moord wordt door rechtssystemen vaak serieus behandeld en heeft doorgaans aanzienlijke juridische gevolgen. Vanwege de intentie om schade toe te brengen, kan het worden gecategoriseerd als een ernstig misdrijf, dat bij veroordeling tot zware straffen kan leiden.