In deze religies wordt reïncarnatie gezien als een cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte, aangedreven door karma, de wet van oorzaak en gevolg. Goede daden leiden tot betere reïncarnatie, terwijl slechte daden tot slechtere reïncarnaties leiden.
De vorm die een ziel aanneemt bij reïncarnatie kan variëren afhankelijk van de religie of cultuur. In sommige gevallen wordt aangenomen dat een ziel kan reïncarneren in elk levend wezen, inclusief dieren, planten of insecten. In andere gevallen wordt aangenomen dat een ziel alleen in een menselijk lichaam kan reïncarneren.
Het uiteindelijke doel van reïncarnatie wordt vaak gezien als het bereiken van moksha of bevrijding uit de cyclus van wedergeboorte, waarbij de ziel één wordt met het goddelijke.