- Wanneer een persoon sterft, verlaat zijn ziel zijn lichaam en gaat het hiernamaals binnen.
2. Bardo:
- De ziel brengt tijd door in een tijdelijke bestaanstoestand die bekend staat als de bardo.
- Tijdens het bardo reflecteert de ziel op haar vorige leven en bereidt ze zich voor op haar volgende incarnatie.
3. Reïncarnatie:
- De ziel wordt herboren in een nieuw lichaam. Het type lichaam waarin de ziel herboren wordt, wordt bepaald door haar karma, of de som van haar daden uit het verleden.
4. Leven:
- De ziel leeft haar nieuwe leven en ervaart de vreugde en het verdriet van het bestaan.
- De ziel leert van haar ervaringen en groeit spiritueel.
5. Overlijden:
- De cyclus van reïncarnatie begint opnieuw wanneer de persoon sterft.