In het hindoeïsme wordt aangenomen dat de ziel onsterfelijk is en dat deze na de dood in een nieuw lichaam wordt gereïncarneerd. Het type lichaam waarin de ziel reïncarneert, wordt bepaald door het karma van de persoon, of door acties in zijn vorige leven.
Als iemand goed karma heeft, kan hij of zij reïncarneren in een hogere sociale klasse of in een gelukkiger gezin. Als iemand slecht karma heeft, kan hij of zij reïncarneren in een lagere sociale klasse of in een minder fortuinlijk gezin.
Het doel van het hindoeïsme is het bereiken van moksha, oftewel bevrijding uit de cyclus van samsara. Moksha wordt op verschillende manieren bereikt, waaronder de beoefening van yoga, meditatie en onbaatzuchtige dienstbaarheid.