1. Identificeer het probleemgedrag :
Definieer en identificeer het specifieke gedrag dat u wilt elimineren.
2. Begrijp de oorzaak :
Probeer te begrijpen waarom uw huisdier dit gedrag vertoont. Het kan te wijten zijn aan verveling, angst, gebrek aan training of medische problemen. Pak indien mogelijk eventuele onderliggende oorzaken aan.
3. Stel duidelijke regels en grenzen in :
Stel consistente regels en grenzen vast voor uw huisdier. Zorg ervoor dat iedereen in het huishouden deze regels op uniforme wijze volgt.
4. Positieve versterking :
Beloon goed gedrag met snoepjes, complimenten, aaien of spelen. Dit moedigt hen aan om positieve acties te herhalen.
5. Ongewenst gedrag omleiden :
Als uw huisdier ongewenst gedrag vertoont, richt de aandacht dan onmiddellijk op iets wat u wilt dat hij doet. Bied ze een speeltje aan of beveel ze te gaan zitten.
6. Negeer slecht gedrag (indien veilig) :
Negeer gedrag als aandachtzoekend blaffen, janken of springen als het veilig is om dit te doen. Als ze gekalmeerd zijn, beloon ze dan met aandacht of iets lekkers.
7. Time-outs :
Als een gedrag aanhoudend of gevaarlijk is, moet u mogelijk een time-out gebruiken. Breng uw huisdier een paar minuten naar een rustige, geïsoleerde ruimte.
8. Consistente training :
Reserveer elke dag tijd voor trainingssessies. Gebruik positieve bekrachtigingsmethoden om basiscommando's aan te leren, zoals zitten, blijven, komen en weggaan.
9. Socialisatie :
Zorg ervoor dat uw huisdier voldoende wordt blootgesteld aan mensen en andere dieren. Een goede socialisatie helpt gedragsproblemen te voorkomen die voortkomen uit angst of ongerustheid.
10. Gehoorzaamheidslessen :
Als het gedrag van uw huisdier ernstig is of als u moeite heeft om ermee om te gaan, overweeg dan om hem of haar in te schrijven voor gehoorzaamheidslessen bij een gecertificeerde trainer.
11. Wees geduldig en consistent :
Gedragsverandering kost tijd en consistentie. Wees geduldig en geef niet op als u niet onmiddellijk resultaat ziet.
12. Sluit medische problemen uit :
Bepaalde gezondheidsproblemen, zoals pijn of ongemak, kunnen ook leiden tot gedragsveranderingen. Als u significante gedragsveranderingen opmerkt, raadpleeg dan een dierenarts.
Houd er rekening mee dat elk huisdier uniek is, dus wat voor de één werkt, hoeft niet noodzakelijkerwijs voor een ander te werken. Houd altijd rekening met de individuele persoonlijkheid, het ras en de voorkeuren van uw huisdier. Als u met grote uitdagingen wordt geconfronteerd, vraag dan advies aan een gecertificeerde dierengedragsdeskundige of trainer die u persoonlijke begeleiding kan bieden.