Sociale orde en karma:Het kastensysteem werd gezien als een weerspiegeling van iemands karma uit vorige levens. Men geloofde dat individuen in een bepaalde kaste werden geboren op basis van hun daden tijdens eerdere geboorten. Van degenen die in hogere kasten waren geboren, werd aangenomen dat ze goed karma hadden verzameld, terwijl van degenen in lagere kasten werd aangenomen dat ze leden onder de gevolgen van negatieve daden. Dit concept versterkte de sociale hiërarchie en moedigde individuen aan hun positie binnen het kastensysteem te aanvaarden.
Dharma en plicht:Reïncarnatie was gekoppeld aan het concept van dharma, dat verwijst naar iemands plichten en verantwoordelijkheden op basis van zijn kaste. Elke kaste kreeg specifieke rollen en functies toegewezen, en van individuen werd verwacht dat ze hun dharma vervulden zonder het systeem in twijfel te trekken. Het geloof in reïncarnatie vormde een religieuze en morele rechtvaardiging voor de arbeidsverdeling en sociale segregatie die met het kastensysteem gepaard gingen.
Acceptatie van sociale ongelijkheid:Het idee van reïncarnatie bood een verklaring waarom sommige individuen in het leven met ontberingen en nadelen te maken kregen. Men geloofde dat dit lijden het resultaat was van slecht karma uit vorige levens, en van individuen werd verwacht dat ze hun omstandigheden met geduld en nederigheid accepteerden. Dit geloof hielp de sociale stabiliteit te behouden en ontmoedigde uitdagingen voor de bestaande sociale orde.
Spirituele vooruitgang en bevrijding:Reïncarnatie hield ook de belofte in van spirituele vooruitgang en uiteindelijke bevrijding uit de cyclus van geboorte en wedergeboorte. Door goede daden en de vervulling van hun kastegerelateerde plichten konden individuen positief karma verzamelen en uiteindelijk moksha (bevrijding) bereiken. Dit geloof vormde een religieuze stimulans voor individuen om zich te conformeren aan de normen en verwachtingen van hun kaste, aangezien het werd gezien als een pad naar spirituele verlichting.
Over het geheel genomen speelde het geloof in reïncarnatie een belangrijke rol bij het rechtvaardigen en bestendigen van het kastensysteem door religieuze en morele verklaringen te geven voor sociale ongelijkheden, de sociale orde te versterken en individuen aan te moedigen hun sociale positie te aanvaarden en hun kastegerelateerde plichten te vervullen.