1. Hekserij als duivelse praktijk:
- Heksen zouden een pact met de duivel hebben gesloten, waarbij ze trouw beloofden in ruil voor bovennatuurlijke krachten.
- Dit pact omvatte vaak een formele ceremonie of ontmoeting met de duivel, waarbij de heks hun ziel opofferde en een 'vertrouwde' geest of demon ontving om hen te helpen.
2. Kwade bedoelingen en boosaardigheid:
- Heksen werden algemeen gezien als agenten van het kwaad die hun krachten gebruikten om anderen schade te berokkenen. Ze kregen de schuld van verschillende tegenslagen, zoals mislukte oogsten, ziekten, miskramen of onverklaarbare ziekten.
- Volgens het populaire geloof gebruikten heksen toverformules, spreuken, vloeken en andere vormen van magie om hun slachtoffers ongeluk te bezorgen.
3. Fysieke stigma's en identificatie:
- Men geloofde dat heksen geïdentificeerd konden worden aan de hand van bepaalde fysieke kenmerken of stigma's. Deze omvatten lichamelijke misvormingen, moedervlekken, vreemde moedervlekken of vlekken die werden gezien als tekenen van het merkteken van de duivel.
- Heksenprikkers waren personen die werden ingezet om mensen te onderzoeken op enig bewijs van deze fysieke stigma's.
4. Transformatie en vormverandering:
- Men dacht dat heksen in verschillende vormen konden veranderen, zoals dieren (vooral katten, padden en hazen) of zelfs levenloze objecten.
- Men geloofde dat deze transformaties mogelijk werden gemaakt door hun familieleden of door de hulp van de Duivel.
5. Vliegen en de heksensabbat:
- In de populaire folklore werden heksen afgebeeld als deelnemers aan wilde bijeenkomsten die de 'Heksensabbat' werden genoemd. Tijdens deze gebeurtenissen werd aangenomen dat heksen zich bezighielden met orgieën, rituelen en feesten onder leiding van de Duivel zelf.
- Heksenvluchten om de sabbat bij te wonen zouden mogelijk gemaakt worden door bezemstelen of andere magische middelen.
6. Hekserij en geslacht:
- De meerderheid van de personen die in Engeland van hekserij werden beschuldigd, waren vrouwen. Vrouwenhaat en de associatie van vrouwen met zwakte, emotionaliteit en het occulte droegen bij aan de oververtegenwoordiging van vrouwelijke heksen in gevallen van beschuldigde hekserij.
Deze misvattingen over heksen creëerden een sfeer van angst en achterdocht binnen de Jacobijnse samenleving. De combinatie van religieuze hartstocht, sociale zorgen en wijdverbreide goedgelovigheid droeg bij aan de tragische vervolgingen en heksenprocessen in die periode.