Onderwijs: Veel hogescholen en universiteiten in de Verenigde Staten werden opgericht tijdens het Great Awakening-tijdperk. Deze instellingen legden aanvankelijk de nadruk op religieus onderwijs, maar begonnen later een breder curriculum op te nemen dat seculiere onderwerpen als wetenschap, filosofie en literatuur omvatte. Bovendien werd in deze periode het belang van onderwijs voor zowel mannen als vrouwen benadrukt, wat een blijvende impact heeft gehad op het Amerikaanse onderwijssysteem.
Religieuze diversiteit: De nadruk van The Great Awakening op persoonlijke spirituele ervaringen en het recht om de Schrift te interpreteren leidde tot de creatie van verschillende nieuwe denominaties en religieuze tradities, zoals het methodisme, de doop en het presbyterianisme. Deze diversiteit aan religieuze overtuigingen is in de Verenigde Staten blijven bestaan en blijft het religieuze landschap van het land beïnvloeden.
Individueel bureau: De nadruk die The Great Awakening legde op het vermogen van individuen om God rechtstreeks te ervaren, moedigde een cultuur aan die persoonlijke autonomie, religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting waardeerde. Deze begrippen blijven kernwaarden in de Amerikaanse samenleving.