De puriteinen geloofden in het bestaan ​​van de Duivel als een echt en machtig spiritueel wezen dat zich tegen God verzette en mensen probeerde af te leiden van gerechtigheid. Ze geloofden dat Satan de personificatie van het kwaad was en de vijand van Gods volk, en dat hij actief werkte om mensen te verleiden en te misleiden, waardoor ze verhinderd werden. De puriteinen waren zich zeer bewust van het concept van geestelijke oorlogvoering en de noodzaak voor gelovigen om waakzaam te zijn tegen de Duivel en zijn invloeden.