Hier zijn enkele van de specifieke opvattingen over hekserij die in 1606 bestonden:
* Heksen konden op bezemstelen vliegen.
* Heksen konden zichzelf in dieren veranderen.
* Heksen kunnen spreuken uitspreken die ziekte, dood of andere vormen van schade kunnen veroorzaken.
* Heksen konden het weer beheersen.
* Heksen konden met de doden communiceren.
Deze overtuigingen waren gebaseerd op een combinatie van bijgeloof, angst en religieuze vooroordelen. In die tijd was er een wijdverbreid geloof in het bestaan van heksen, en veel mensen wilden graag een zondebok vinden voor hun problemen. Dit leidde in de 16e en 17e eeuw tot een golf van heksenprocessen in Europa en Amerika.
Uiteindelijk begon het geloof in hekserij af te nemen en kwam er een einde aan de heksenprocessen. De erfenis van hekserij bestaat echter nog steeds en veel mensen blijven gefascineerd door dit donkere hoofdstuk in de geschiedenis.