2. Religieus enthousiasme: De protestantse Reformatie, die in de 16e eeuw begon, leidde tot een golf van religieus enthousiasme en een groter geloof in de macht van Satan. Deze vurigheid creëerde een klimaat waarin mensen heksen eerder als een reële bedreiging gingen zien.
3. Malleus Maleficarum: De publicatie van de Malleus Maleficarum ("De Heksenhamer") in 1487 leverde een gedetailleerde gids op voor het identificeren en vervolgen van heksen. Dit boek werd zeer invloedrijk en vormde de manier waarop mensen over hekserij dachten.
4. Politieke en sociale spanningen: De jaren 1600 waren een tijd van grote sociale en politieke onrust, met conflicten als de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en de Engelse Burgeroorlog (1642-1651). In zulke tijden van onzekerheid zochten mensen vaak naar zondebokken, en heksen werden vaak gezien als de oorzaak van deze problemen.
5. Discriminatie op grond van geslacht: Vrouwen werden vaak gezien als inferieur aan mannen en werden vaker geassocieerd met hekserij. Deze gendervooroordelen droegen bij aan de vervolging van vrouwen als heksen.
6. Economische factoren: In tijden van economische tegenspoed wendden mensen zich eerder tot zondebokken, zoals heksen, om hun tegenslagen te verklaren.
7. Massahysterie: Als één persoon eenmaal werd beschuldigd van hekserij, leidde dit vaak tot een kettingreactie, waarbij anderen werden beschuldigd op basis van geruchten of uit angst. Deze massahysterie droeg bij aan de verspreiding van heksenprocessen.
8. Gebrek aan wetenschappelijk inzicht: De 17e eeuw was een tijd vóór de Verlichting, en mensen hadden een beperkt begrip van de natuurlijke wereld. Dit maakte de verspreiding mogelijk van overtuigingen in hekserij en andere bovennatuurlijke verklaringen voor gebeurtenissen.