1. John Dee: Hoewel niet expliciet veroordeeld, werd John Dee, een bekende wiskundige, astroloog en adviseur van koningin Elizabeth I, verdacht van het beoefenen van magie en was hij het onderwerp van geruchten over hekserij.
2. Alice Samuel: In 1593 werd Alice Samuel, een waarzegster uit Essex, beschuldigd van hekserij en later geëxecuteerd. Ze werd schuldig bevonden aan het betoveren van een jonge vrouw, waardoor ze aan een ziekte leed.
3. Agnes Sampson: In 1591 werd Agnes Sampson, een Schotse genezer en vroedvrouw, beschuldigd van hekserij. Koning James VI (later James I van Engeland) ondervroeg haar persoonlijk, en ze bekende dat ze hekserij beoefende, waaronder het veroorzaken van stormen op zee. Sampson en andere beschuldigde heksen werden geëxecuteerd.
4. Margaret Jones: In 1602 werd Margaret Jones, een arme weduwe uit Devon, beschuldigd van hekserij en later opgehangen. Het bewijs tegen haar omvatte onder meer beweringen dat ze het kind van een buurman had vervloekt en ziekte en ongeluk had veroorzaakt.
5. Joan Bloem: Joan Flower, ook bekend als de Heks van Bratton, werd in 1617 veroordeeld wegens hekserij. Ze werd ervan beschuldigd haar magie te gebruiken om anderen ziekte en ongeluk te bezorgen. Flower werd schuldig bevonden en vervolgens opgehangen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de personen die tijdens het Elizabethaanse tijdperk wegens hekserij zijn veroordeeld. Beschuldigingen en processen van hekserij waren in deze tijd gebruikelijk en weerspiegelden de overtuigingen en bijgeloof die in de samenleving heersten.