Gedurende deze periode hadden veel culturen over de hele wereld, waaronder Europa en Amerika, een sterk geloof in bijgeloof, beïnvloed door religieuze en culturele tradities. Mensen geloofden dat bepaalde acties, voorwerpen of gebeurtenissen geluk of pech konden brengen.
Enkele voorbeelden van bijgeloof in de 17e eeuw zijn onder meer:
1. Vrijdag de 13e:deze datum werd als een ongeluksdatum beschouwd en mensen vermeden het om op deze dag aan een reis te beginnen.
2. Zwarte katten:men geloofde dat het kruisen van paden met een zwarte kat ongeluk zou brengen.
3. Heksen:Veel mensen geloofden oprecht in het bestaan van heksen en hielden heksenjachten om ze te vinden en te straffen.
4. Spiegels breken:Men dacht dat het breken van een spiegel zeven jaar ongeluk zou brengen.
5. Droominterpretaties:Mensen geloofden dat dromen een speciale betekenis hadden en de toekomst konden voorspellen.
6. Amuletten en talismannen:Men dacht dat het dragen van bepaalde voorwerpen, zoals charmes of amuletten, boze geesten afweerde en individuen beschermde.
7. Astrologie en horoscopen:Het geloof in de invloed van hemellichamen op menselijke aangelegenheden was wijdverbreid.
8. Bloedingen en medisch bijgeloof:Aderlatingen en andere medische praktijken werden vaak uitgevoerd op basis van astrologische overtuigingen.
Dit zijn een paar voorbeelden, maar de lijst van bijgeloof in de 17e eeuw was enorm en divers. Hoewel veel van deze overtuigingen vandaag de dag misschien irrationeel lijken, waren ze stevig verankerd in de samenleving en cultuur van die tijd.