1. Verontschuldiging van paus Johannes Paulus II: In 2000 bood paus Johannes Paulus II een formele verontschuldiging aan tijdens een toespraak voor de Pauselijke Academie van Wetenschappen. Hij erkende de fouten die de Kerk in het verleden heeft gemaakt en betreurde het lijden dat werd veroorzaakt door de vervolging van personen die van hekserij werden beschuldigd.
2. Kardinaal Joseph Ratzinger (later paus Benedictus XVI): In 2008 bracht de toenmalige kardinaal Joseph Ratzinger, die later paus Benedictus XVI werd, namens de Congregatie voor de Geloofsleer een document uit met de titel "Responsa ad dubia" (reacties op twijfels). Het document erkende de fouten en excessen die tijdens de heksenprocessen waren begaan en gaf uitdrukking aan de toewijding van de Kerk aan waarheid en gerechtigheid.
3. Internationale Theologische Commissie: In 2009 bracht de Internationale Theologische Commissie, een groep theologen die het Vaticaan adviseerden, een document uit met de titel ‘Het geschenk van de verlossing’. Dit document bevatte een hoofdstuk waarin werd stilgestaan bij de historische verantwoordelijkheid van de Kerk bij de vervolging van vrouwen die van hekserij werden beschuldigd. Hij betreurde de pijn en het lijden die door deze acties werden veroorzaakt.
4. Franse bisschoppenconferentie: In 2015 bracht de Franse Bisschoppenconferentie een verklaring uit waarin zij spijt betuigde over de rol van de Kerk in de vervolging van mensen die beschuldigd werden van hekserij in Frankrijk. De verklaring erkende het onrecht en het lijden dat in die periode onschuldige individuen werd aangedaan.
5. Verklaring van het Vaticaan: In 2018 bracht het Vaticaan een verklaring uit waarin het de verantwoordelijkheid van de katholieke kerk erkende bij de vervolging van heksen tijdens de vroegmoderne tijd. In de verklaring werd verdriet en spijt geuit over de fouten die in het verleden zijn gemaakt.
Deze verklaringen weerspiegelen de bereidheid van de Katholieke Kerk om haar historische betrokkenheid bij de vervolging van personen die beschuldigd worden van hekserij te erkennen en zich daarvoor te verontschuldigen. Ze vertegenwoordigen een poging om het onrecht en het lijden aan te pakken dat tijdens deze donkere periodes is veroorzaakt, en om verzoening en begrip te bevorderen.