Religieuze overtuigingen: In die periode was het christendom de dominante religie in Europa, en veel mensen geloofden in het bestaan van heksen, zoals beschreven in de Bijbel. De Malleus Maleficarum, een beroemde verhandeling over hekserij gepubliceerd in de 15e eeuw, versterkte het geloof in hekserij en verschafte richtlijnen voor het identificeren en vervolgen van heksen.
Sociale en economische spanningen: De zeventiende eeuw was een tijd van grote sociale en economische veranderingen, met de opkomst van het kapitalisme, de teloorgang van het feodalisme en de groei van steden. Deze veranderingen leidden tot meer onzekerheid en angst, en mensen zochten vaak naar zondebokken die de schuld konden geven van hun tegenslagen. Heksen werden vaak gezien als verantwoordelijk voor mislukte oogsten, ziekten en andere tegenslagen.
Geloof in het bovennatuurlijke: Veel mensen in de zeventiende eeuw geloofden in het bestaan van bovennatuurlijke krachten, waaronder heksen, demonen en feeën. Deze overtuiging was vaak gebaseerd op persoonlijke ervaringen of verhalen die van generatie op generatie werden doorgegeven.
Politieke en religieuze vervolging: In sommige gevallen werden beschuldigingen van hekserij gebruikt als instrument voor politieke of religieuze vervolging. Heersers en religieuze leiders zouden beschuldigingen van hekserij kunnen gebruiken om politieke tegenstanders uit te schakelen of afwijkende religieuze overtuigingen te onderdrukken. De beruchte Salem-heksenprocessen in Massachusetts aan het eind van de zeventiende eeuw zijn een bekend voorbeeld van dit soort vervolging.