Vroege opvattingen:In het begin van haar regering had Elizabeth over het algemeen een tolerante kijk op hekserij. Ze stond bekend om haar pragmatisme en concentreerde zich op het handhaven van de sociale orde in plaats van het krachtig vervolgen van hekserijzaken.
Invloed van de protestantse Reformatie:Elizabeths religieuze overtuigingen, gevormd door de Engelse Reformatie, beïnvloedden haar kijk op hekserij. Het protestantisme verwierp bepaalde katholieke rituelen en bijgeloof, wat leidde tot een afname van het aantal hekserijprocessen in vergelijking met haar voorganger, Mary I.
Scepticisme:Elizabeth vertoonde sceptische neigingen met betrekking tot beschuldigingen van hekserij. Ze was naar verluidt terughoudend om uitsluitend te vertrouwen op spookachtig bewijsmateriaal (getuigenissen gebaseerd op dromen of visioenen) en geloofde dat veel beschuldigingen vals of kwaadwillig waren.
De Witchcraft Act van 1563:Tijdens Elizabeths regering werd de Witchcraft Act van 1563 van kracht, die hekserij als een misdrijf definieerde en er de doodstraf op stond. In de tijd van Elizabeth waren er echter relatief weinig executies wegens hekserij vergeleken met de daaropvolgende perioden.
Elizabeths benadering van hekserijprocessen:Ondanks het bestaan van de Witchcraft Act had Elizabeth de neiging genade te tonen in hekserijzaken. Ze verleende vaak gratie aan beschuldigde heksen of toonde onwil om hen te vervolgen. Ze gaf ook de voorkeur aan alternatieve straffen, zoals verbanning of gevangenisstraf, in plaats van zware straffen.
Focus op de openbare orde:Elizabeths voornaamste zorg was niet ijverig in het straffen van zogenaamde heksen, maar het publieke welzijn en de stabiliteit. Ze streefde ernaar wanorde te voorkomen en de sociale rust te handhaven, terwijl ze een gematigde benadering handhaafde van beschuldigingen van hekserij.
Veranderende meningen later tijdens haar regering:Naarmate Elizabeths regering vorderde, was er een waarneembare verandering in haar houding ten opzichte van hekserij. Onder invloed van heksenprocessen op het vasteland van Europa en druk van invloedrijke religieuze figuren werden in de latere jaren van haar bewind strengere maatregelen tegen vermeende hekserij getroffen.
Over het algemeen toonde koningin Elizabeth I een mildere houding ten opzichte van hekserij vergeleken met latere perioden in de Engelse geschiedenis. Haar heerschappij werd gekenmerkt door zowel scepticisme als barmhartigheid, hoewel haar opvattingen tijdens haar regering op basis van verschillende factoren konden veranderen.