Hier volgt een nadere blik op het Bijbelse gebruik van de uitdrukking “de levenden en de doden”:
1. 1 Samuël 2:6: "De Heer doodt en maakt levend; Hij brengt naar het graf en staat op." Dit vers benadrukt Gods soevereiniteit over leven en dood, aangezien Hij degene is die bepaalt of iemand leeft of sterft.
2. Psalm 49:1: "Luister hiernaar, alle volkeren; luister, alle inwoners van de wereld, zowel laag als hoog, rijk en arm samen." Dit vers is een uitnodiging voor iedereen, ongeacht sociale status of economische status, om te luisteren en acht te slaan op de boodschap.
3. Handelingen 24:15: "En ik heb hoop tegenover God, die zij zelf ook aanvaarden, dat er een opstanding zal zijn van zowel rechtvaardigen als onrechtvaardigen." Dit vers drukt het geloof uit in de opstanding van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen, waarbij ze in twee groepen worden verdeeld op basis van hun morele positie voor God.
4. Openbaring 20:12-15: "En ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan, en er werden boeken geopend. Toen werd er een ander boek geopend, dat is het boek des levens. De doden werden beoordeeld op basis van wat er in de boeken geschreven stond, op basis van hun werken En de zee gaf de doden die erin zaten over, en de Dood en Hades leverden de doden op die erin zaten, en een ieder werd geoordeeld naar zijn werken.’ Deze passage beschrijft het laatste oordeel over de doden, waarbij iedereen zal worden beoordeeld op basis van hun daden en daden tijdens hun aardse leven.
Over het geheel genomen dient de uitdrukking "de levenden en de doden" in de bijbelse context om onderscheid te maken tussen de levenden en de overledenen, en benadrukt de betekenis van dit onderscheid in relatie tot Gods oordeel en de eeuwige gevolgen die individuen te wachten staan.