In sommige religieuze tradities worden magie en het bovennatuurlijke gezien als inherent slecht en worden ze geassocieerd met duistere krachten of boze geesten. In de christelijke traditie wordt de beoefening van magie bijvoorbeeld vaak geassocieerd met hekserij en de duivel. In de Bijbel veroordelen passages als Exodus 22:18 en Deuteronomium 18:10-12 de praktijk van hekserij en tovenarij, en waarschuwen ze tegen degenen die zich met dergelijke praktijken bezighouden.
In andere religieuze tradities worden magie en het bovennatuurlijke niet noodzakelijkerwijs gezien als kwaadaardig, maar eerder als neutrale krachten die ten goede of ten kwade kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de bedoelingen van de persoon die ze gebruikt. In sommige Afrikaanse en Aziatische religieuze tradities worden magie en het bovennatuurlijke bijvoorbeeld vaak geassocieerd met genezing, waarzeggerij en andere vormen van spirituele beoefening.
Of magie en het bovennatuurlijke als kwaadaardig worden beschouwd of niet, is uiteindelijk een kwestie van religieuze interpretatie en geloof. Er is geen enkel, definitief antwoord dat op alle religies van toepassing is.
Wat Rasputin betreft, hij was een controversieel figuur in de Russische samenleving, en zijn betrokkenheid bij de Russische koninklijke familie en zijn reputatie als mysticus en genezer leidden tot speculaties en geruchten over zijn bovennatuurlijke krachten. Het is echter belangrijk op te merken dat de religieuze overtuigingen en praktijken van Rasputin complex en gevarieerd waren, en dat hij niet noodzakelijkerwijs één enkele religieuze traditie vertegenwoordigde.