De oude Egyptische religie was polytheïstisch en kende een groot aantal goden en godinnen. Deze goden vertegenwoordigden verschillende natuurverschijnselen, fundamentele aspecten van het leven, kosmische krachten en abstracte ideeën. De oude Egyptenaren geloofden dat deze goddelijke entiteiten macht en invloed hadden op hun dagelijks leven, maatschappelijke rollen en de wereld.
Bescherming en ondersteuning
Het aanbidden van de Egyptische goden was voor het volk van het oude Egypte een middel om een speciale band op te bouwen en bescherming, leiding en gunst te zoeken. Ze geloofden dat het uitvoeren van religieuze rituelen, het brengen van offers en het bidden de goden konden kalmeren, waardoor hun welwillendheid en steun in verschillende aspecten van het leven kon worden verzekerd, zoals landbouw, gezondheid, bevalling en de reis naar het hiernamaals.
Bemiddelaars tussen mensen en het goddelijke
De oude Egyptische goden waren machtig en hun directe interactie met mensen werd vaak als te overweldigend beschouwd. Daarom geloofden de oude Egyptenaren in tussenpersonen die bekend stonden als priesters en die speciaal waren uitgekozen en opgeleid om te dienen als tussenpersonen tussen het goddelijke rijk en het sterfelijke rijk. Priesters voerden religieuze rituelen uit, interpreteerden de wensen en tekenen van de goden en fungeerden als kanalen voor communicatie tussen goden en mensen.
Het hiernamaals en onsterfelijkheid
Het concept van het hiernamaals was van vitaal belang in de oude Egyptische religie. De oude Egyptenaren geloofden in de reis van de ziel na de dood en de mogelijkheid om eeuwig leven te bereiken in het hiernamaals, ook wel het Veld van Riet of het Veld van Vrede genoemd. Er werd aangenomen dat goede begrafenispraktijken, rituelen en voorbereiding van de overledene de kansen op het bereiken van het hiernamaals vergrootten. Het aanbidden van de verschillende goden werd gezien als een essentieel onderdeel van het verzekeren van een gunstig hiernamaals.
Het rijk verenigen
In het oude Egypte speelde religie een belangrijke rol bij het handhaven van de sociale en politieke stabiliteit. De koning (de farao) werd zelf als een goddelijke figuur beschouwd:een bemiddelaar tussen de goden en het volk. Het aanbidden van de goden versterkte het gezag en de macht van de farao, legitimeerde de politieke structuur en bevorderde de eenheid binnen de Egyptische samenleving.
Samenvattend was de aanbidding van Egyptische goden diep geworteld in hun polytheïstische overtuigingen, het verlangen naar bescherming en steun, de rol van bemiddelaars (priesters), de betekenis van het hiernamaals en de sociale en politieke impact op de oude Egyptische samenleving.