Gunst en begeleiding :De Noormannen geloofden dat de goden gebeurtenissen konden beïnvloeden en leiding konden geven, dus werd aanbidding gezien als een middel om hun gunst en wijsheid te verwerven.
Traditie en voorouderlijke eerbied :Noorse religieuze praktijken waren diep geworteld in de traditie, en het aanbidden van de goden was een manier om de gebruiken en overtuigingen van hun voorouders te eren.
Communautaire cohesie :Religieuze rituelen en ceremonies brachten de Noorse gemeenschappen bij elkaar en versterkten hun sociale banden en identiteitsgevoel.
Angst en verzoening :Sommige aspecten van de Noorse aanbidding werden ingegeven door angst voor de macht van de goden en de noodzaak om hen te sussen om ongeluk te voorkomen.
Religieuze ervaringen en spirituele vervulling :Voor sommige individuen werd aanbidding ook gemotiveerd door persoonlijke religieuze ervaringen en een gevoel van spirituele vervulling in de verbinding met het goddelijke.