Behoefte aan zekerheid: In onzekere en complexe omgevingen kunnen mensen zich tot bijgeloof wenden als een bron van troost en voorspelbaarheid. Bijgeloof geeft een gevoel van controle over oncontroleerbare situaties en kan gevoelens van angst en stress verminderen.
Culturele invloeden: Bijgelovige overtuigingen worden vaak van generatie op generatie doorgegeven en raken diep geworteld in culturele tradities en praktijken. Culturele normen, rituelen en sociale verwachtingen kunnen bijgelovige overtuigingen binnen een samenleving versterken en bestendigen.
Individuele verschillen: Mensen die meer vatbaar zijn voor magisch denken, openstaan voor ongewone ervaringen en samenzweerderige ideeën, zullen eerder in bijgeloof geloven. Bepaalde persoonlijkheidskenmerken, zoals een hoge mate van angst of de behoefte aan afsluiting, kunnen ook bijdragen aan bijgelovige overtuigingen.
Sociale conformiteit: Het verlangen om zich aan te passen aan en zich te conformeren aan sociale normen kan ertoe leiden dat individuen de bijgelovige overtuigingen van hun leeftijdsgenoten of sociale groepen overnemen. Deze tendens is vooral sterk in collectivistische culturen, waar groepslidmaatschap en sociale harmonie hoog gewaardeerd worden.