Dieroffers: Dieren zoals paarden, varkens en vee werden gewoonlijk aan de goden geofferd. Men geloofde dat deze offers de goden gunstig stemden en hun gunst wonnen.
Menselijke offers: In extreme omstandigheden of tijden van grote nood werden ook mensenoffers gebracht. Deze waren echter zeldzamer en werden als een laatste redmiddel beschouwd.
Aanbod van eten en drinken: De goden kregen vaak voedsel- en drankoffers aangeboden. Dit kan onder meer vlees, brood, fruit en bier zijn.
Persoonlijke bezittingen: Waardevolle persoonlijke bezittingen, zoals wapens, sieraden of land, werden soms aan de goden geofferd. Dit demonstreerde de toewijding en bereidheid van de toegewijde om kostbare voorwerpen op te geven.
Symbolische rituelen: Er werden ook niet-materiële offers gebracht aan de goden, zoals het reciteren van bepaalde gebeden, het uitvoeren van rituelen of het uitvoeren van symbolische handelingen. Deze rituelen kunnen gepaard gaan met het aanbieden van eten, drinken of andere symbolische voorwerpen.
De keuze van het offer varieerde op basis van de god die werd geëerd, de betekenis van de gelegenheid en de middelen die beschikbaar waren voor het individu of de gemeenschap die het offer bracht. Men geloofde dat oprechte en respectvolle offers, ongeacht hun aard, de goden zouden behagen en zegeningen of gewenste resultaten zouden opleveren.