* De boze prinses: Een jonge vrouw die op brute wijze werd vermoord door haar vader.
* De verscheurde prins: Een jonge man die door zijn vader werd verscheurd.
* De gebonden vrouw: Een vrouw die werd vastgebonden en gekneveld door haar man.
* De pelgrims: Een vrouw die wegens hekserij op de brandstapel werd verbrand.
* De jakhals: Een man die werd gedood door een roedel wilde honden.
* De Moloch: Een grote, krachtige man die werd verpletterd door een vallende balk.
* De hamer: Een man die werd gedood door een hamer op het hoofd.
* De sinistere minister: Een priester die werd vermoord door een groep satanisten.
* Het grote kind: Een jonge jongen die werd vermoord door een groep pestkoppen.
* De verschrikkelijke moeder: Een vrouw die door haar eigen kind werd vermoord.
* De verwelkte minnaar: Een vrouw die werd vermoord door haar minnaar.
* De koude man: Een man die doodgevroren was.
* De woede: Een vrouw die werd gedood door een blikseminslag.