Onderzoek naar de psychologie van de waarneming heeft aangetoond dat mensen gemakkelijk voor de gek kunnen worden gehouden door illusies, hallucinaties en andere perceptuele vervormingen. Dit betekent dat mensen oprecht kunnen geloven dat ze een geest hebben gezien, maar dit betekent niet dat wat ze zagen ook daadwerkelijk een geest was.
Bovendien zijn er veel mogelijke niet-paranormale verklaringen voor spookwaarnemingen. Mensen kunnen bijvoorbeeld natuurlijke verschijnselen, zoals schaduwen, flikkerend licht of reflecties, aanzien voor geesten. Mensen kunnen ook worden beïnvloed door hun verwachtingen en overtuigingen, wat ertoe kan leiden dat ze dubbelzinnige zintuiglijke informatie interpreteren als bewijs van het paranormale.
Hoewel het geloof in geesten wijdverspreid is en al eeuwenlang bestaat, bestaat er in het algemeen geen wetenschappelijk bewijs dat het bestaan van geesten of andere paranormale verschijnselen ondersteunt.