Tot op heden is er geen wetenschappelijk verifieerbaar bewijs dat het bestaan van geesten aantoont. Ondanks talloze pogingen en onderzoeken door paranormale onderzoekers, spokenjagers en zelfs wetenschappelijke instellingen, is er geen concreet bewijs naar voren gekomen dat de beweringen van geesten ondersteunt.
Anekdotisch bewijs en persoonlijke ervaringen:
Hoewel veel mensen op basis van hun persoonlijke ervaringen in geesten geloven, wordt anekdotisch bewijs in de wetenschappelijke gemeenschap niet als voldoende bewijs beschouwd. Persoonlijke verhalen kunnen worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder perceptie, suggestibiliteit, culturele overtuigingen en psychologische verschijnselen.
Beweringen versus bewijs:
Sommige individuen beweren geesten te hebben ontmoet of met de doden te hebben gecommuniceerd, maar hun verslagen ontberen vaak objectief, reproduceerbaar bewijs om deze beweringen te onderbouwen. Zonder empirische gegevens blijven dergelijke beweringen subjectief en kunnen ze niet wetenschappelijk worden gevalideerd.
Scepsis:
Gezien het gebrek aan wetenschappelijk bewijs blijft scepsis het standaardstandpunt in de wetenschappelijke gemeenschap met betrekking tot het bestaan van geesten. Totdat er robuust empirisch bewijs naar voren komt, blijft het bestaan van geesten eerder een ongefundeerde overtuiging dan een bewezen wetenschappelijk feit.