- Religieuze overtuigingen en bijgeloof :Veel culturen en samenlevingen hebben een sterk geloof in het bovennatuurlijke gehad, en dit omvatte vaak ook een geloof in hekserij of magie. Met name de opkomst van het christendom in Europa speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het geloof in hekserij. De Kerk bestempelde veel traditionele volkspraktijken als hekserij en associeerde deze met de duivel, wat leidde tot wijdverbreide angst en vervolging van vermoedelijke heksen.
- Sociale en economische spanningen :In tijden van sociale of economische tegenspoed, zoals hongersnoden of epidemieën, zochten mensen vaak naar zondebokken die de schuld konden geven van hun tegenslagen. Beschuldigingen van hekserij kunnen worden gebruikt als een manier om individuen of groepen aan te vallen die als anders of gemarginaliseerd worden beschouwd, zoals vrouwen, armen of ouderen.
- Politieke machtsstrijd :Beschuldigingen van hekserij werden door de machthebbers soms gebruikt als instrument om rivalen of andersdenkenden te controleren of te elimineren. In Europa bijvoorbeeld werd de vervolging van heksen in de 16e en 17e eeuw vaak in verband gebracht met politieke machtsstrijd tussen rivaliserende facties of religieuze groeperingen.
- Onbegrip en angst :In veel gevallen waren beschuldigingen van hekserij gebaseerd op misverstanden of angst voor dingen die niet volledig werden begrepen. Ongebruikelijke of onverklaarde gebeurtenissen, zoals psychische aandoeningen, lichamelijke misvormingen of natuurrampen, kunnen worden toegeschreven aan hekserij, wat leidt tot achterdocht en vervolging.