Vroege geschiedenis:
In de oudheid hadden veel culturen een positieve kijk op heksen. In de oude Egyptische religie werden heksen bijvoorbeeld vaak gezien als genezers en beschermers, en werden ze geassocieerd met de godin Hekate. In het oude Griekenland en Rome werden heksen vaak gezien als wijze vrouwen of orakels die met de goden konden communiceren.
Middeleeuwen en heksenjachten:
Tijdens de middeleeuwen vond er in Europa een dramatische verschuiving plaats in de houding ten opzichte van heksen. De opkomst van het christendom en de invloed van de katholieke kerk leidden tot een groeiend geloof in het bestaan van een dualistische wereld, waar een voortdurende strijd plaatsvond tussen goed en kwaad. Heksen werden gezien als behorend tot de krachten van het kwaad, en werden geassocieerd met ketterij, heidendom en duivelaanbidding. Deze periode kende een intense vervolging van heksen, wat leidde tot de beruchte heksenjachten die resulteerden in de dood van duizenden mensen.
Verlichtingsperiode en rationalisme:
De Verlichtingsperiode in de 18e eeuw bracht een opkomst van rationalisme en scepticisme met zich mee, die de traditionele overtuigingen in hekserij en bovennatuurlijke krachten uitdaagden. Dit leidde tot een afname van de vervolging van heksen, omdat mensen hen begonnen te zien als volksgenezers of bijgeloof in plaats van kwaadaardige wezens.
Moderne opvattingen en neopaganisme:
In de moderne tijd is er een heropleving van de belangstelling voor hekserij en heidendom. Veel mensen beoefenen moderne hekserij als een vorm van spirituele expressie, zelfbekrachtiging en op de natuur gebaseerde religie. Deze beoefenaars omarmen vaak de positieve aspecten van hekserij, zoals kruidengeneeskunde, genezing en spirituele groei.
Over het geheel genomen heeft de perceptie van heksen door de geschiedenis heen aanzienlijke veranderingen ondergaan, van gerespecteerde genezers in de oudheid tot vervolging tijdens de middeleeuwen, en vervolgens evoluerend naar een genuanceerder en gevarieerder begrip in de moderne tijd.