Het geloof in aura’s dateert uit de oudheid. In India wordt het concept van aura’s genoemd in de Veda’s, de oudste religieuze teksten van het hindoeïsme. De Veda's beschrijven aura's als lichtgevende emanaties die het lichaam omringen en de mentale, emotionele en spirituele toestand van een persoon weerspiegelen.
In China staan aura's bekend als 'qi' of 'chi'. Er wordt aangenomen dat Qi een vitale energie is die door het lichaam stroomt en verantwoordelijk is voor iemands gezondheid en welzijn. In de traditionele Chinese geneeskunde wordt aangenomen dat onevenwichtigheden in de qi ziekte veroorzaken.
In Griekenland schreef de filosoof Aristoteles over aura's in zijn boek "De Anima" ("Over de ziel"). Aristoteles geloofde dat aura's een soort goddelijke straling waren die het lichaam omringde.
Middeleeuwse en renaissanceperiode
Tijdens de middeleeuwen werden aura's vaak geassocieerd met religieuze figuren en heiligen. In de christelijke kunst worden heiligen vaak afgebeeld met halo's of andere lichtgevende uitstralingen rond hun hoofd.
In de Renaissance was er een hernieuwde belangstelling voor aura's en andere occulte verschijnselen. De Italiaanse filosoof Marsilio Ficino schreef over aura's in zijn boek "De Vita" ("Over het leven"). Ficino geloofde dat aura's een weerspiegeling waren van de ziel en gebruikt konden worden om ziekten te diagnosticeren en de toekomst te voorspellen.
19e en 20e eeuw
In de 19e eeuw werd het concept van aura’s populair in het Westen dankzij het werk van Franz Mesmer. Mesmer was een Duitse arts die een theorie ontwikkelde over 'dierlijk magnetisme', waarvan hij geloofde dat het een vitale energie was die kon worden gebruikt om ziekten te genezen.
In de 20e eeuw werd de studie van aura's gepopulariseerd door het werk van Rudolf Steiner, een Oostenrijkse filosoof die de antroposofische beweging stichtte. Steiner geloofde dat aura's door helderzienden konden worden gezien en dat ze de spirituele ontwikkeling van een persoon weerspiegelden.
Modern onderzoek
De afgelopen jaren is er enig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar aura's. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat aura's verband kunnen houden met het elektromagnetische veld van het lichaam, terwijl anderen hebben gesuggereerd dat ze het resultaat kunnen zijn van de biofotonen (lichtgevende moleculen) van het lichaam.
Het wetenschappelijke bewijs voor aura's is echter nog steeds beperkt en er bestaat geen consensus onder wetenschappers over de vraag of ze daadwerkelijk bestaan.
Conclusie
Het geloof in aura’s heeft een lange en complexe geschiedenis, die teruggaat tot de oudheid. Hoewel er enig wetenschappelijk onderzoek naar aura's wordt gedaan, is het bewijsmateriaal nog steeds beperkt en bestaat er geen consensus onder wetenschappers over de vraag of ze daadwerkelijk bestaan.