- Vormverandering :Kan verschillende vormen aannemen, inclusief mensen en andere dieren.
- Typische vorm :Een verschrompelde, oude vrouw met onverzorgd haar, donkere kleding en een puntmuts.
- Neus :Lang, verslaafd en bot, soms met wratten.
- Handen :Lange, benige vingers met scherpe nagels, vaak gebruikt voor het roeren van drankjes.
- Lichaam :Zwak en gebogen met een gerimpelde huid.
- Ogen :Ingevallen en doordringend, vaak omschreven als een mysterieuze of griezelige uitstraling.
- Haar :Lang en onverzorgd, vaak grijs of wit. Kan slordig zijn of samengebonden in een rommelig knotje.
- Tanden :Geel en krom of er kunnen gaten tussen zitten.
- Kleding :Donker en gehavend, vaak gekleed in een mantel of gewaad.
- Accessoires :Punthoed, amulet of ketting gemaakt van delen van dieren, bezem, staf of bezemsteel.