Duisternis en chaos :De sfeer in Duat werd vaak omschreven als donker en gehuld in chaos. Het was bekend dat de reis door de onderwereld verraderlijk en verwarrend was.
Ammit, de Verslinder :Ammit, een wezen met de kop van een krokodil, het lichaam van een leeuw en de achterpoten van een nijlpaard, wachtte om de harten te verslinden van degenen die faalden in de ceremonie van het wegen van de harten. Het niet slagen voor deze test betekende eeuwige verdoemenis.
Slangen en Apophis :Er werd aangenomen dat gigantische slangen en slangen in Duat woonden en de krachten van chaos en vernietiging vertegenwoordigden. De meest prominente onder hen was Apophis, de gigantische slang die het kwaad vertegenwoordigde en Ra, de zonnegod, wilde vernietigen.
De poorten van de Duat :De reis door de Duat omvatte het passeren van meerdere bewaakte poorten, elk met zijn eigen uitdagingen en tests. Deze poorten werden beschermd door verschillende goden, demonen of monsterlijke wezens die de waardigheid van de overledene om verder te gaan op de proef stelden.
Oordeel en wegen van het hart :In de Hal van het Oordeel werden de zielen van de overledenen onderworpen aan het wegen van hun hart. Als het hart zwaarder was dan de veer van Maat, de veer van waarheid en evenwicht, zou de ziel door Ammit worden verslonden.
De meren van vuur en ijs Er werd aangenomen dat de Duat ook meren van vuur en ijs bevatte, die dienden als strafplaatsen voor de goddelozen. Degenen die in hun leven zonden hadden begaan, zouden in deze meren worden gekweld en geconfronteerd met extreme temperaturen en lijden.
Deze gevaren en obstakels in de Duat-onderwereld maakten de reis door het hiernamaals volgens oud-Egyptische overtuigingen gevaarlijk, waarbij de overledene door verschillende beproevingen moest navigeren om het rijk van de gezegenden te bereiken en het eeuwige leven te bereiken.