In sommige boeddhistische tradities wordt aangenomen dat het beschadigen of niet respecteren van een Boeddhabeeld een teken is van gebrek aan respect jegens de Boeddha en de boeddhistische leringen. Als zodanig kan het worden gezien als een ongelukkige of negatieve gebeurtenis die tot negatieve gevolgen kan leiden. Het is echter vermeldenswaard dat niet alle boeddhistische tradities deze overtuiging aanhangen.
Over het algemeen kan de betekenis die wordt gehecht aan het breken van een Boeddhabeeld variëren, afhankelijk van individuele overtuigingen, culturele context en persoonlijke interpretaties. Sommige mensen beschouwen het misschien als een teken van pech of goddelijk ongenoegen, terwijl anderen het eenvoudigweg zien als een ongeluk of een materieel verlies dat kan worden verholpen door het beeld te repareren of te vervangen.
Als u zich zorgen maakt over de mogelijke pech die gepaard gaat met het breken van een Boeddhabeeld, is het raadzaam om een plaatselijke boeddhistische leraar of monnik te raadplegen, die u advies kan geven op basis van uw specifieke traditie en overtuigingen. Ze kunnen advies geven over passende acties of rituelen die moeten worden ondernomen als reactie op de breuk, zoals het aanbieden van gebeden, het goedmaken of het uitvoeren van bepaalde rituelen om eventuele waargenomen negatieve effecten te verzachten.