- Vampiers werden verondersteld de gereanimeerde lijken te zijn van individuen die op een onnatuurlijke manier stierven, zoals door zelfmoord, moord of excommunicatie uit de kerk.
- Men dacht dat vampieren in dieren konden veranderen, zoals wolven, vleermuizen of uilen, om hun slachtoffers te besluipen en te beroven.
- Bijgeloof hield in dat vampiers onuitgenodigd huizen konden binnendringen en door deuropeningen konden gaan, zolang ze maar binnen werden uitgenodigd zodra ze al binnen waren. Men geloofde dat knoflook, wijwater, kruisbeelden en andere religieuze symbolen vampieren afweren.
- Men geloofde dat het vernietigen van de vampier door het hart, onthoofding of het verbranden van het lijk hen zou kunnen vernietigen.
- Om te voorkomen dat de overledene vampiers zouden worden, sloegen mensen soms een spijker door de schedel van het lijk, plaatsten knoflook of een kruisbeeld in de kist, of groeven mensen zelfs het lichaam op om het te verbranden of in stukken te hakken.
- Het kussen van een vampier werd als een gevaarlijke daad beschouwd en zou ertoe leiden dat het slachtoffer zelf een vampier werd.
- Algemeen werd aangenomen dat vampiers een afkeer hadden van zonlicht, waarbij zonlicht hen kon vernietigen of beschadigen.
- Bijgelovige overtuigingen omvatten ook dat vampirisme besmettelijk is en zich verspreidt door de beet of aanraking van een vampier, wat leidt tot de transformatie van het slachtoffer.
- Vampieren werden in de middeleeuwse kunst en literatuur vaak afgebeeld als skeletachtige wezens met een bleek gezicht, scherpe tanden, klauwen en bloeddoorlopen ogen.
Bedenk dat dit bijgeloof producten zijn van de middeleeuwse denkwijze en geen wetenschappelijke of rationele verklaringen weerspiegelen.