Terwijl de Kerk haar macht probeerde te consolideren, begon zij verschillende geloofssystemen en praktijken die van haar leringen afweken, als een bedreiging voor haar gezag te beschouwen. Hekserij, waarbij vaak rituelen, spreuken en het gebruik van kruiden voor medicinale doeleinden betrokken waren, werd gezien als een vorm van heidendom en daarom als een uitdaging voor de dominantie van de Kerk.
Om haar positie verder te verstevigen en hekserij te demoniseren, begon de Kerk hekserij met de duivel te associëren. Dit proces werd vergemakkelijkt door preken, kunst, literatuur en juridische documenten. Invloedrijke theologen en predikers uit de Middeleeuwen schilderden heksen bijvoorbeeld af als individuen die een pact met de duivel hadden gesloten en in zijn dienst werkten.
Het concept van de heksensabbat werd in deze tijd ook gepopulariseerd, waarbij bijeenkomsten werden afgebeeld waar heksen rituelen met de duivel uitvoerden en verschillende kwaadaardige daden uitvoerden. Deze afbeeldingen en associaties werden gebruikt om angst en wantrouwen jegens hekserij bij de algemene bevolking te zaaien.
Bovendien gebruikte de Kerk het concept van de duivel als een krachtige kracht van de duisternis om de vervolging van personen die beschuldigd werden van hekserij te rechtvaardigen. Heksenprocessen, die in de 15e en 16e eeuw in een stroomversnelling kwamen, waren vaak gebaseerd op getuigenissen en beschuldigingen die de beschuldigde met de duivel in verband brachten. Deze vereniging verleende religieuze legitimiteit aan de vervolging en executie van personen waarvan werd aangenomen dat ze hekserij beoefenden.
Concluderend:de associatie tussen hekserij en de duivel ontstond tijdens het middeleeuwse christendom als onderdeel van de inspanningen van de Kerk om haar macht te consolideren en geloofssystemen en praktijken te demoniseren die haar gezag uitdaagden. Deze vereniging heeft bijgedragen aan de hevige vervolging en vervolging van personen die tijdens heksenprocessen van hekserij werden beschuldigd.