- Animisme :een overtuiging dat elk object in de wereld een ziel of geest heeft, vooral natuurlijke objecten zoals bergen, rivieren en bomen. Dit geloof is gebruikelijk in veel culturen over de hele wereld, en was wijdverspreid in het oude China.
- Voorouderverering :een belangrijk onderdeel van de Chinese cultuur en religie, waarbij de voorouders worden vereerd en geëerd. Er wordt aangenomen dat voorouders de levens van hun nakomelingen kunnen beïnvloeden, en veel Chinezen geloofden in mythen die de oorsprong en krachten van hun voorouders verklaarden.
- Religieus Syncretisme :de vermenging van verschillende religieuze tradities en overtuigingen, wat gebruikelijk was in het oude China. De Chinese mythologie wordt sterk beïnvloed door het confucianisme, het taoïsme en het boeddhisme, die allemaal hun eigen mythen en legenden hebben die bijdragen aan de algehele Chinese mythologie.
- Verhalen en entertainment :mythen werden in het oude China vaak gebruikt als middel voor het vertellen van verhalen en amusement. Veel mythen werden generaties lang mondeling doorgegeven en vormden een populaire vorm van kunst en cultuur.
- Morele en ethische lessen :mythen bevatten vaak morele en ethische leringen en werden gebruikt om belangrijke waarden en principes aan jongere generaties over te brengen.
- De wereld uitleggen :in een tijd van wetenschappelijke onwetendheid en beperkte technologie boden mythen een manier voor de oude Chinezen om de natuurlijke wereld en hun plaats daarin te begrijpen en te verklaren. Mythen boden een raamwerk voor het begrijpen van natuurverschijnselen en gebeurtenissen die destijds niet rationeel konden worden verklaard.
Het is belangrijk op te merken dat de redenen waarom Chinezen in mythen geloofden niet noodzakelijkerwijs uniek zijn voor de Chinese cultuur. Veel van deze redenen worden gedeeld door andere culturen over de hele wereld.