1. Diefstal van Idunn's appels:Loki stal de gouden appels van Idunn, de godin van de jeugd, uit Asgard. Deze appels waren essentieel voor de goden om hun onsterfelijkheid te behouden. Loki liet de reus Thiazi geloven dat hij de godin Freya was en lokte hem naar Asgard. Thiazi nam de vorm aan van een adelaar om Idunn weg te voeren, maar Loki veranderde in een valk en achtervolgde hem, waardoor de goden de appels terug konden krijgen.
2. Sif's haar knippen:Tijdens een feestmaal knipte Loki het prachtige gouden haar van Sif, de vrouw van Thor, af. Dit maakte Thor boos en Loki moest een manier vinden om Sifs haar te vervangen. Hij bezocht de dwergen van Svartalfheim, bekwame ambachtslieden, en overtuigde hen ervan een nieuwe haardos voor Sif te maken, gemaakt van puur goud.
3. Het stelen van de Brisingamen-ketting:Loki stal de kostbare ketting van de godin Freya, bekend als de Brisingamen. Deze actie veroorzaakte grote angst en woede onder de goden, omdat het een symbool was van Freya's schoonheid en macht. Het kostte Loki's sluwheid en bedrog om de ketting terug te halen van de reus die hem had afgepakt.
4. The Binding of Loki:Nadat hij chaos had veroorzaakt en herhaaldelijk ondeugende streken met de goden had uitgehaald, werd Loki uiteindelijk gevangengenomen en vastgebonden. De goden veranderden zijn zonen in dieren en gebruikten hun ingewanden om een magische ketting te creëren die hem op zijn plaats hield. Loki bleef gebonden tot de gebeurtenissen van Ragnarok, het einde van de wereld in de Noorse mythologie.
5. De Jötunn bedriegen:Bij één gelegenheid misleidde Loki de gigantische bouwer Hrungnir om tegen Thor te strijden in een krachtwedstrijd. Om de nederlaag van Hrungnir te verzekeren, voorzag Loki Thor in het geheim van een magische wetsteen die hielp zijn wapen te slijpen tijdens de wedstrijd. Als gevolg hiervan versloeg Thor Hrungnir en redde Asgard van de woede van de reus.
Loki's trucs waren vaak ondeugend, manipulatief en soms kwaadaardig, en hij moest vaak zijn sluwheid en vindingrijkheid gebruiken om te ontsnappen aan de toorn van de goden die hij voor de gek had gehouden.