De algemene regel is dat wanneer een samengesteld zelfstandig naamwoord als bijvoeglijk naamwoord vóór een ander zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, het moet worden afgebroken. Bijvoorbeeld 'waarzeggerskaarten' of 'waarzeggerszaken'. Als het samengestelde zelfstandig naamwoord echter op zichzelf wordt gebruikt, is het koppelteken niet nodig, zoals in 'Ze is een waarzegster'.