Vogelverschrikkers bestaan al eeuwen en het bewijs van hun gebruik dateert uit het oude Griekenland en Rome. In deze vroege tijden werden vogelverschrikkers vaak gemaakt van eenvoudige materialen zoals stro, vodden en hout, en werden ze gebruikt om velden met gewassen tegen vogels te beschermen. Het concept van de vogelverschrikker is waarschijnlijk geïnspireerd door de natuurlijke neiging van vogels om op hun hoede te zijn voor onbekende voorwerpen, en het idee was om een figuur te creëren die intimiderend genoeg zou zijn om de vogels uit de buurt van de gewassen te houden.
In de loop van de tijd evolueerden vogelverschrikkers naar meer uitgebreide constructies, die vaak een mensachtige vorm aannamen en extra kenmerken hadden, zoals kleding en hoeden. De praktijk van het gebruik van vogelverschrikkers verspreidde zich naar andere delen van de wereld, en ze werden een gebruikelijk verschijnsel op landbouwgebieden in heel Europa, Azië en Amerika.
Hoewel het voornaamste doel van vogelverschrikkers altijd het beschermen van gewassen is geweest, zijn ze ook een symbool geworden van het landbouw- en plattelandsleven, en worden ze vaak afgebeeld in kunst, literatuur en film. Tegenwoordig worden vogelverschrikkers nog steeds veel gebruikt in de landbouw, maar ze worden ook vaak gebruikt als decoratieve elementen in tuinen en andere buitenruimtes.