In het korte verhaal "The Monkeys Paw" verschuift Herberts houding ten opzichte van de poot geleidelijk van nieuwsgierigheid en fascinatie naar angst en afgrijzen. In eerste instantie is hij geïntrigeerd door de poot, behandelt hem als een speeltje en negeert de waarschuwingen over zijn duistere krachten. Hij moedigt zijn vader aan om wensen te doen, zelfs tegen beter weten in. Omdat de wensen van de poot echter ongelukkige gevolgen hebben, voelt Herbert zich steeds ongemakkelijker en bezorgder over de ogenschijnlijk kwaadaardige aard van de poot. Hij drukt uiteindelijk zijn angst en wrok jegens de poot uit en geeft hem de schuld van de tragische gebeurtenissen die zijn familie overkomen. De veranderende houding van Herbert weerspiegelt de verkenning van thema's als het lot, verantwoordelijkheid en de onbedoelde gevolgen van iemands verlangens in het verhaal.