Volgens een legende werd Purandara Dasa geboren in een klein dorpje in Karnataka, India. Als jonge jongen toonde hij een groot talent voor muziek en componeerde hij vele mooie liedjes. Op een dag verscheen de god Vishnu aan hem in een droom en vertelde hem dat hij een reïncarnatie was van Narada, de goddelijke muzikant van de hemel. Vishnu droeg Purandara Dasa op om zijn muziek te gebruiken om toewijding en spiritualiteit onder de mensen te verspreiden.
Purandara Dasa nam deze boodschap ter harte en wijdde zijn leven aan muziek. Hij componeerde duizenden liederen, waarvan er vele nog steeds worden gezongen. Hij reisde door heel India, deelde zijn muziek en leerde mensen over de kracht van toewijding. Hij wordt gecrediteerd voor het populariseren van het gebruik van het Carnatische muzieksysteem, dat nog steeds veel wordt gebruikt in de Zuid-Indiase muziek.
De overtuiging dat Purandara Dasa een reïncarnatie van Narada was, is diep geworteld in de traditie van Carnatische muziek. Narada wordt beschouwd als de patroonheilige van muzikanten, en hij wordt vaak afgebeeld terwijl hij een veena, een snaarinstrument, bespeelt. Purandara Dasa wordt ook vaak getoond terwijl hij een veena speelt, en hij wordt vaak de "Karnataka Narada" genoemd.
Of Purandara Dasa daadwerkelijk een reïncarnatie van Narada was, is een kwestie van geloof. Er bestaat echter geen twijfel over dat hij een begenadigd muzikant en componist was die een belangrijke bijdrage leverde aan de Indiase muziek. Zijn werk wordt nog steeds gewaardeerd en gewaardeerd door mensen over de hele wereld.