1. "De poot van de aap was opgerold als een verdord blad."
2. "De ogen van de oude man waren als twee kolen in het vuur."
Metaforen:
1. "De poot van de aap was als een talisman."
2. "Het gezicht van de oude man was een masker van angst."
3. "De wind huilde als een banshee."