2. Wanneer meneer White de apenpoot aanraakt, wordt beschreven dat hij een "vreemde rilling" voelt." Deze metafoor suggereert dat de poot op de een of andere manier onnatuurlijk of buitenaards is, en dat hij de kracht heeft om fysiek en emotioneel ongemak te veroorzaken.
3. Als meneer White zijn eerste wens doet, wordt hij beschreven als iemand die een 'gevoel van naderend onheil' voelt.' Deze metafoor suggereert dat de wens negatieve gevolgen zal hebben, en dat de heer White zich hiervan op de een of andere manier op een onbewust niveau bewust is.
4. Nadat meneer White zijn tweede wens heeft gedaan, wordt er beschreven dat hij een "zwaar gewicht op zijn hoofd" voelt. Deze metafoor suggereert dat de wens hem grote mentale angst bezorgt, en dat hij worstelt met het omgaan met de schuld en spijt die hij voelt.
5. Aan het einde van het verhaal wordt meneer White beschreven als 'een gebroken man'. Deze metafoor suggereert dat de gebeurtenissen in het verhaal hun tol hebben geëist van meneer White, zowel fysiek als emotioneel, en dat hij niet langer dezelfde persoon is als aan het begin van het verhaal.