1. Kenmerk van een elfje of lijkt er sterk op.
- *De jonge vrouw was elfachtig door haar kleine gestalte en ondeugende karakter.*
2. Ondeugend, speels, zorgeloos of onverantwoordelijk, als een elfje.
- *De pixie-achtige capriolen van de tieners wekten de woede van hun ouders op.*
3. Sierlijk, klein of etherisch, zoals een elfje.
- *De ballerina was een elfachtige figuur terwijl ze over het podium gleed.*