$$\Delta h =\alpha L \Delta T$$
waar:
* \(\Delta h\) is de verandering in de hoogte van de kwikkolom
* \(\alpha\) is de lineaire uitzettingscoëfficiënt van glas
* \(L\) is de oorspronkelijke lengte van de kwikkolom
* \(\Delta T\) is de verandering in temperatuur
Voor kwik in een glazen capillair is de lineaire uitzettingscoëfficiënt ongeveer:
$$\alpha =9,0\times10^{-6} \text{ K}^{-1}$$
Een typische originele lengte van de kwikkolom zou kunnen zijn:
$$L =10 \text{ cm}$$
De temperatuurverandering wordt gegeven als:
$$\Delta T =25,0^\circ\text{C} - 0,0^\circ\text{C} =25,0^\circ\text{C}$$
Als we deze waarden in de formule vervangen, krijgen we:
$$\Delta h =(9,0\times10^{-6} \text{ K}^{-1})(10^{-2} m)(25,0 K)$$
$$=0,00225m =2,25 \text{ mm}$$
Daarom stijgt het kwik in het capillair met ongeveer 2,25 mm wanneer de temperatuur verandert van 0,0 naar 25,0°C.