Wie is de vader van de astrologie?

De ‘vader’ van de westerse astrologie is Claudius Ptolemaeus, een bekende Grieks-Egyptische wiskundige, astronoom, geograaf en astroloog die leefde in de 2e eeuw na Christus. Ptolemaeus leverde belangrijke bijdragen op het gebied van de astronomie, waaronder de ontwikkeling van het geocentrische model van het zonnestelsel, dat stelde dat de aarde het centrum van het universum was en dat alle andere hemellichamen eromheen draaiden.

In zijn boek 'Tetrabiblos' schetste Ptolemaeus de principes van de astrologie zoals deze bekend waren in de Hellenistische wereld. Hij besprak de dierenriem, planetaire invloeden, het opstellen van horoscopen en de interpretatie van astrologische kaarten voor het voorspellen van gebeurtenissen. De theorieën en methoden van Ptolemaeus werden zeer invloedrijk in de westerse astrologie en bepaalden de ontwikkeling ervan voor de komende eeuwen.

Het is echter belangrijk op te merken dat astrologie als praktijk al lang vóór Ptolemaeus bestond en wortels heeft in verschillende oude beschavingen, zoals Mesopotamië en Egypte. Daarom is het niet juist om de oorsprong van de astrologie uitsluitend aan één enkel individu toe te schrijven.