In sommige boeddhistische tradities is de grondoorzaak van onwetendheid en verlangen terug te voeren op een gebeurtenis die bekend staat als de ‘oorspronkelijke onwetendheid’ (mula avidya) of ‘oorspronkelijke onwetendheid’ (adi avidya). Dit verwijst naar de fundamentele misvatting of het verkeerd begrijpen van de ware aard van de werkelijkheid, die ontstaat als gevolg van de verduistering van wijsheid en de invloed van negatieve mentale toestanden zoals gehechtheid, afkeer en waanvoorstellingen.
Volgens de leringen leidt deze oorspronkelijke onwetendheid tot het creëren van karmische patronen, die de cyclus van geboorte en wedergeboorte in stand houden. Terwijl wezens handelen en reageren op basis van hun onwetendheid en verlangen, verzamelen ze karmische indrukken of neigingen die hun toekomstige ervaringen vormgeven en hen ertoe brengen geboorte te nemen in verschillende bestaansgebieden.
Samsara wordt gezien als een continu proces van lijden en ontevredenheid, omdat het wordt gekenmerkt door vergankelijkheid, verandering en de inherente beperkingen van het geconditioneerde bestaan. Het doel van de boeddhistische beoefening is het overwinnen van onwetendheid en verlangen, het bereiken van verlichting en het doorbreken van de cyclus van samsara om bevrijding en ultiem geluk te bereiken.