Waarom ik van astrologie hou:
Ik zit gisteren midden in een ongelooflijk moeilijke dag. Mijn wangen zijn heet, mijn hoofd is heet, mijn hersenen zijn heet, mijn dochter schreeuwt, mijn vrouw is ziek en tot overmaat van ramp is er zojuist hete olie uit een koekenpan op mijn arm geëxplodeerd en zijn er al kleine blaren gevormd hier en daar als pissige waterpokken. Dingen konden niet slechter voelen. Er klopt nog steeds een rode kardinaal op mijn raam en ik denk:"Kom op, sterf! Wie er ook dood gaat, ga gewoon door. Of als je een geest bent, vertel me dan gewoon wie je bent en waarom je hier bent. Ik heb geen tijd voor je onophoudelijke tik, tik, tik de hele dag op mijn raam. Je doet dit al een week!”
Dan betrap ik mezelf er ineens op. Mijn blik is naar boven gericht. Het is midden op de dag en het enige letterlijk boven me is de ventilator aan het plafond, maar ik zie de zwarte gewaden van de nacht en een enkele rode ster:Ares. De oorlogsgod houdt een hete, ijzeren speer vast. Dan zie ik de speer in een bed van hete kolen worden gestoken. Dan komt het tevoorschijn en gloeit het. Dan zie ik Mars achteruit door de lucht bewegen, retrograde.
Ik zucht opgelucht. Want hoewel alles in de wereld in brand staat, kan ik God, door een van zijn goddelijke afgezanten, de krijger, daar in mijn keuken zien staan, als gloeiend hete halleluja's uit mijn arm. Ik kan God, de kardinale piek van de lente, op mijn raam zien tikken als een felle rode soldaat. Ik kan God zien spreken door de tranen van mijn dochter heen, als een vurige rivier van tongen. Ik kan God zien, amber alerte virussen en allerlei soorten ziekten op aarde uithoesten, maar ook optreden als de koorts van zuivering.
Ik realiseer me dat ik nog steeds naar de plafondventilator staar. Ik lach hardop, en voor een kardinaal snel moment kon ik zweren dat ik Mars tegen me hoorde fluisteren:"Denk niet dat ik kwam om vrede in het land te brengen, ik kwam niet om vrede te introduceren, maar een zwaard."
Ja, denk ik bij mezelf. Dat ook. En terwijl ik mijn arm afveeg met wat aloë, zeg ik 'Amen. Bedankt dat je me de taal van je hemelse sferen hebt geleerd. Bedankt voor de vrede die het begrip te boven gaat.”